Foto gemaakt door Wikipedia - IJzel op hoogspanningsleidingen in Veendam, op 3 maart 1987.
Foto gemaakt door WikipediaIJzel op hoogspanningsleidingen in Veendam, op 3 maart 1987.
Nu

De mythische winter van 1979: steeds weer ijzel

De epische winter van 1979 is voor weerliefhebbers vanaf ongeveer 50 jaar de standaard waaraan ze al het winterweer in de jaren daarna hebben afgemeten. Toen het op wintergebied ook niet opwindende decennium van de jaren '70 op zijn einde begon te lopen, kwam een winter die in één klap alles goed maakte. Misschien wel de laatste van de grote winters van de vorige eeuw blonk eigenlijk uit in alles. Alleen een Elfstedentocht kwam er uiteindelijk niet van.

Omdat we tegenwoordig live maar weinig aan winterweer meemaken, is het tijd voor een goede reconstructie. Om te laten zien hoe het óók kon en dat het weer tegenwoordig echt anders is, of we dat nu willen of niet. We gaan terug naar toen en doen dat in vijf delen. Vandaag deel 3: als er één ding bijzonder was aan de winter van 1979 dan was dat wel het grote aantal dagen waarop ijzel voorkwam. Landelijk gebeurde het ongeveer 20 keer. De gevolgen waren vaak groot.

Het weekend van 20 en 21 januari

Zaterdag 20 januari kan ik me nog goed herinneren. Op de weerkaarten zagen we een hogedrukgebied tussen IJsland en Noorwegen en een lagedrukgebied boven Ierland. Zachtere lucht probeerde voor de zoveelste keer vanuit het zuidwesten het land binnen te dringen om aan de winter een einde te maken. Mijn vader was baas van een veevoederfabriek in Terschuur. Zijn ouders woonden ernaast, zijn broer met zijn gezin ook. We gingen er die dag heen om ze te bezoeken.

Als kinderen bleven we natuurlijk niet binnen. Het was winter, er was sneeuw, de temperatuur lag net onder nul en we hadden een slee. Dus zochten we op het bedrijfsterrein een hoge bult op, die tussen allemaal jonge aanplant lag, en gingen daar een middagje sleeën. Wij hadden het prima naar onze zin. Ineens begon het te regenen. Huh, regen? En dat bij temperaturen onder nul?

Snel naar huis

Mijn ouders hadden de weersverandering snel in het snotje en kwamen ons halen om naar huis te gaan. We moesten snel zijn, zeiden ze, het zou erg glad worden. Dus stapten we in de auto en reden snel terug naar het 17 kilometer oostelijker gelegen Garderen. Er zou ijs op de weg komen, vertelden mijn ouders onderweg. Dat leek ons heel bijzonder. Maar terwijl we naar huis reden, stopte de regen alweer. Eenmaal in Garderen was er nog helemaal niets aan de hand.

De volgende ochtend stapte ik vol verwachting naar buiten, om eens goed te bekijken hoe dat er met ijzel allemaal uitzag. Maar ook toen was er niks aan de hand. Het vroor maar net en er was geen regen gevallen. En van ijs op de weg was al helemaal geen sprake.

Weer had de winter ons bij het zere been. De regen had Terschuur nog wel bereikt, maar was daar blijven steken. Er lag een messcherpe lijn van noordwest naar zuidoost over het land. Ten zuidwesten ervan had de ijzel in volle hevigheid toegeslagen, ten noordoosten gebeurde niks. Het behoeft geen betoog dat weer een aanval van de zachte lucht op de plakkerige winter was mislukt. Toen mijn vader een dag later van zijn werk thuiskwam, vertelde hij dat er in Terschuur wel 2 centimeter aan ijs op de weg had gezeten. Ik baalde een beetje, ik had het best een keer willen zien.

Een dag later opnieuw

Lang hoefden we niet te wachten, want de volgende dag, dinsdag 23 januari, was het alsnog raak. Een nieuw lagedrukgebied trok via het Kanaal naar Nederland en passeerde ons land naar het noordoosten. Vooral op hoogte kwam zachtere lucht mee die ervoor zorgde dat het in de nacht al regende, bij temperaturen die eerst tot een graad of 5 onder nul daalden. ’s Ochtends was het een chaos voor ons op de weg. Het verkeer kroop met lage snelheid voort. Mijn moeder besloot ons schaatsen onder te binden en we schaatsten over de weg naar school. Dat was voor ons een unieke belevenis. Tussen de middag konden we langs de randen van de weg ook nog terug schaatsen. Wat meer naar het midden van de weg, had het zout inmiddels zijn werk gedaan.

Er volgde sneeuw

Een nieuw lagedrukgebied naderde vanuit het noordwesten en bracht door het hernieuwd afkoelen van de bovenlucht sneeuw, flink wat sneeuw. Onze tuin veranderde in een winterwonderland. Overdag dooide het een klein beetje, in de nachten vroor het een paar graden. Mijn broertjes en ik bouwden drie sneeuwpoppen. Mijn vader zette ons ervoor en maakte er een foto van die we later nog vaak hebben teruggezien. Drie blonde mannetjes, elk voor hun eigen pop.

Boven Scandinavië ontstond een klein hogedrukgebiedje dat de winter in het zadel hield. In de nacht van 28 januari vroor het in Friesland plaatselijk weer 17 graden. Volgens mij was dat toen een verrassing, want wederom was ons het einde van de winter in het vooruitzicht gesteld. Dat einde kwam er, zoals zo vaak die winter, dus weer niet. Wel brak een langere periode met kwakkelweer aan. Met weerkaarten die je nauwelijks winters kon noemen, dooide het overdag enkele graden. In de nachten lag de temperatuur rond het vriespunt of iets eronder.

Sneeuw op de Veluwe hield stand

Veel herinneringen aan die periode heb ik niet. Er gebeurde waarschijnlijk weinig. Ik weet wel dat de sneeuwlaag in de tuin duidelijk werd aangetast en dat de oude sneeuw van eerder die winter, waar een mooi laagje ijs overheen lag, op steeds meer plaatsen weer tevoorschijn kwam. Sneeuwkaarten uit die periode laten zien dat het sneeuwdek op de Veluwe en in het noordoosten van het land in die tijd standhield, maar dat het westen en zuiden hun sneeuw deels kwijt raakten.

Op 5 februari werd het kwakkelweer even afgebroken toen vanuit het westen een nieuw (en klein) hogedrukgebied het land naderde. De vorst keerde snel terug. Op de 5de bleef het licht vriezen en in de nacht naar de 6de vroor het bij ons in de buurt 8 graden. Overdag kwam het kwik wel weer iets boven nul. Op 7 februari was een volgend lagedrukgebied vanaf het Kanaal er echter alweer als de kippen bij om het te laten ijzelen. In het zuiden viel de dooi toen ook even goed in.

Een herhaling van de oudejaarssneeuwstorm?

Ook die dooi zette echter niet door. Aan de achterzijde van het lagedrukgebied bracht een noordwestelijke wind de winter snel terug en in de nachten vroor het alweer licht tot matig. En ook al waaide er even een noordwestelijke wind, toch kwam het overdag tot niet meer dan lichte dooi. De weerkaarten werden allengs winterser. Opnieuw steeg de luchtdruk boven IJsland en Groenland en stroomde ijskoude lucht vanuit het noorden Scandinavië binnen. Tegelijkertijd naderden vanaf de Oceaan lagedrukgebieden, die veel zachtere lucht bij zich hadden. Rond de 11e spitste de situatie op de weerkaarten zich toe en leek een herhaling van eind december in de maak.

Morgen is deel 4 van onze serie over de winter van 1979 te lezen. Dan gaan we het hebben over de sneeuwstorm van 14 februari en de laatste winterweken daarna.

Lees ook de delen 1, 2, 4 en 5.

Reinout van den BornChef Redactie