Krijgt Nederland volgende week met een ‘heatdome’ te maken?
Krijgen we in Nederland volgende uiteindelijk ook met de uitwerkingen van een heuse hittekoepel te maken? Het is nog niet zover, het moet nog gebeuren. Maar het krijgt er wel meer en meer de schijn van.Als er één thema is waarover we op Weer.nl de afgelopen maanden vaak hebben geschreven, dan waren dat wel de extreme hittegolven die op allerlei plaatsen op aarde huishielden. Het begon in het voorjaar al in Canada, Siberië en in het zuidoosten van Azië. Later kwamen het zuiden van de VS, Noord-Afrika en Zuid-Europa en ook China daarbij. Als klap op de vuurpijl kregen ook delen van Chili en Argentinië met extreem hoge temperaturen te maken. Het werd daar, vooral in wat hoger gelegen gebieden, zomaar ineens 30 tot 35 graden. En dat terwijl ze er nog middenin de winter zaten.
Hittekoepels, of ‘heatdomes’
Hoewel ver uit elkaar, hadden al die hittegolven met elkaar gemeen dat ze door warmbloedige hogedrukgebieden veroorzaakt werden. Hogedrukgebieden, waarin de lucht tot op grote hoogte erg warm was. Meteorologen noemen ze ook wel hittekoepels, of in het engels ‘heatdomes’. Liggen dergelijke hogedrukgebieden lange tijd op dezelfde plaats, dan blijft die hete lucht ingevangen. De zon doet vervolgens de rest.
Overigens lijkt het vaak alsof hittekoepels voor de warme lucht waarover ze beschikken van nabijgelegen woestijngebieden afhankelijk zijn (zuiden van de VS, Noord-Afrika en Zuid-Europa, China), maar dat is niet per se zo. In Canada en ook in Siberië zijn dergelijke woestijnen niet dichtbij, maar werd het wel erg warm. Om de bovenlucht te laten opwarmen, heeft zo’n hogedrukgebied de woestijn dan ook niet nodig. Het zijn de dalende luchtbewegingen in het hogedrukgebied die het doen.
Dalende lucht warmt op
Dalende lucht warmt op. Hoe sterker de daalbewegingen zijn, hoe warmer de bovenlucht kan worden. Dat komt ook doordat de dalende lucht dichtbij het aardoppervlak de aardse thermiek tegenkomt. Botsen die twee luchtmassa’s, met tegengestelde bewegingsrichtingen, op elkaar, dan ontstaat op relatief geringe hoogte boven het aardoppervlak (door het samendrukken van de lucht) een extra warme laag, die als een deken gaat fungeren. De zon hoeft daarna alleen de lucht onder die deken nog maar op te warmen. Vaak gaat het om een relatief dunne laag. En dan kan het in hogedrukgebieden hard gaan.
Zijn we in ons deel van Europa voor wat de echte warmte betreft tot nu toe overal nog een beetje tussendoor geslopen, het heeft er meer en meer de schijn van dat we volgende week alsnog voor de bijl gaan. Het hogedrukgebied, dat het moet gaan doen, ligt in het zeegebied tussen IJsland en Schotland en komt naar het zuidoosten, naar het Noordzeegebied. Daar wordt het morgen opgeslokt door een ander hogedrukgebied, dat vanaf de Azoren naar de Britse eilanden trekt en veel bovenluchtwarmte meeneemt. Dat komt door ex-orkaan Franklin, die over het noorden van de oceaan naar het noordoosten racet. Verder naar het zuiden op de oceaan ligt een andere cluster aan tropische systemen, waarvan de restanten later in de periode het hogedrukgebied nog een stuk zwaarder kunnen stutten.
Zeer warme bovenluchten
Doordat de kern later boven Midden-Europa terecht lijkt te komen, wordt de wind bij ons zuidoostelijk. Niet alleen als gevolg van de sterke daalbewegingen, maar ook door de aanvoer van warme bovenluchten vanuit het nog altijd hete zuiden van Europa, kan dan een echte hittekoepel ontstaan. Volgens het Europese model kunnen de temperaturen op een hoogte van 1500 meter boven Nederland vanaf dinsdag en woensdag dan tot 20 of 21 graden stijgen, wat extreem hoog is voor deze tijd van het jaar. Het Amerikaanse model is iets bescheidener en komt op rond 17 graden uit. Maar ook dat is behoorlijk hoog.
De vraag die overblijft, is hoe warm het kan worden? Een goede indicatie zou wat dit betreft de situatie kunnen geven die op 15 september 2020 in Gilze-Rijen tot een temperatuur van 35,1 graden leidde. We beleefden toen de derde aaneengesloten dag onder de invloed van een hittekoepel. Alle drie de dagen bedroeg de temperatuur op 1500 meter boven een groot deel van Nederland 17 of 18 graden. De eerste dag, toen alles nog een beetje op gang moest komen, werd het onder de hittekoepel aan de grond tussen 20 graden op de Wadden en 25 graden in het zuiden. Een dag later was het met 26 graden in het noorden en bijna 32 graden in het zuiden al een stuk warmer. De derde dag was het klapstuk. Bijna overal werden tropische temperaturen aangetekend en in het zuiden, in Gilze-Rijen brak het kwik door de grens van 35 graden heen. Op 15 september! We konden dus 17 of 18 graden bij de bovenluchttemperatuur optellen, om te zien hoe warm het werd.
Hoe warm gaat het worden?
Volgende week is het én vroeger in de maand, maar bestaat ook de kans dat de bovenlucht nog een stukje warmer wordt dan destijds. Allemaal redenen om de temperaturen goed in de gaten te houden. Als de verwachting, zoals die nu staat, volgende week inderdaad bewaarheid wordt, dan moeten we opnieuw met tropische temperaturen rekening houden. En dan is alleen de vraag hóe hoog we in deze tijd van het jaar kunnen uitkomen...
Lees hier meer over hoe heet het in september nog kan worden.