Warmbloedige hogedrukgebieden brengen steeds vaker extreem weer
Als we over mogelijke gevolgen van klimaatverandering spreken, dan hebben we het al snel over stormen die uit de hand lopen, orkanen, tornado’s, overstromingen en dat soort dingen. Ook weerssituaties die veel hardnekkiger zijn dan vroeger, zoals droogtes en hittegolven, horen erbij. Hogedrukgebieden hebben over het algemeen een veel betere naam, omdat ze de brengers van ‘mooi weer’ zijn, van de zon en van buitenweer.Toch worden we de laatste jaren meer en meer geconfronteerd met een uit de hand gelopen variant van de hogedrukgebieden, een variant die je zo langzamerhand ook best angstig en bedreigend kunt noemen, net als orkanen, tornado’s en overstromingen. En dan hebben we het over de warmbloedige hogedrukgebieden, ook wel hittekoepels of in het Engels heatdomes genoemd. Ze lijken wereldwijd steeds vaker voor te komen.
Vorige eeuw
Laten we er, om de richting te bepalen, eerst in onze eigen omgeving eens een paar op een rijtje zetten. Hardnekkige hogedrukgebieden, leidend tot opvallend hoge temperaturen, hadden we de vorige eeuw bijvoorbeeld in de zomers van 1947 en – wat later – 1976. Allebei waren het zomers die met kop en schouders boven het type zomer, dat in die periode gebruikelijk was, uitstaken. Met langdurige perioden met droog en zonnig weer en voor die tijd extreem hoge temperaturen. Het waren de hittekoepels van die tijd.
Na de eeuwwisseling kwam het aan de hand van hogedrukgebieden in de zomers vaker tot extremen. Denk aan de zomer van 2003, die vooral in Centraal- en Zuid-Europa al zijn boekjes te buiten ging. Maar ook in Nederland was het de warmste zomer sinds 1901. Het kwam tot meerder hittegolven en alleen in Frankrijk al stieren enkele tienduizenden mensen vervroegd, als gevolg van de extreme hitte die het land die zomer in de greep had.
Warmste zomermaand ooit
Daarna kwam juli 2006, in Nederland nog altijd de warmste zomermaand ooit. Het was de maand waarin de 4Daagse van Nijmegen na één dag werd afgelast. Op de eerste dag kwamen twee wandelaars in de hitte om het leven, vele andere moesten met oververhittingsverschijnselen naar het ziekenhuis worden vervoerd. Het was voor de organisatie reden om het evenement stil te leggen en niet meer te hervatten.
Vervolgens kunnen we de zomers van 2018, 2019, 2020 en 2022 noemen, alle vier in hoge mate door hogedrukgebieden gedomineerd. Vooral de hitte in juli 2019 staat ons natuurlijk nog goed bij, toen we op 25 juli voor het eerst sinds het begin van de metingen in Nederland temperaturen boven 40 graden konden aantekenen, resulterend in het hitterecord van Gilze-Rijen, waar de thermometer een temperatuur van 40,7 graden aanwees. Maar ook vorig jaar kwamen we weer dichtbij, toen het in Maastricht 39,5 graden werd.
Zwarte zomers Australië
Zoeken we naar voorbeelden vanuit het buitenland, waar hogedrukgebieden het weer volledig uit de hand lieten lopen, dan is de lijst lang. We kunnen de zomers van 2019 en 2020 in Australië eruit pikken. Extreme droogte en uitzonderlijk hoge temperaturen leidden er daar toen toe dat grote delen van de natuur in brand vlogen en miljarden dieren omkwamen. Die twee zomers staan er nu als de zwarte zomers bekend. De hitte en de droogte groeiden er bijna tot een nationaal trauma uit, zo groot was de impact ervan. En dan kunnen we natuurlijk de droogte en de hittegolven in het zuidwesten van de VS noemen, in Zuid-Europa, het Midden-Oosten, India en Pakistan en de Hoorn van Afrika.
Hittegolf zuidpoolgebied
Van 16 tot en met 18 maart 2022 werd een deel van het zuidpoolgebied door een extreme hittegolf getroffen, die de temperaturen midden op de ijskap tot plaatselijk 35 graden boven normaal liet oplopen. Daarbij vielen, omdat het er nog steeds wel vroor en de aangevoerde lucht zeer vochtig was, enorme hoeveelheden sneeuw. Ook bij het laten ontstaan van deze hittegolf speelde een hogedrukgebied bij Nieuw-Zeeland een grote rol.
Kijken we alleen naar dit jaar, dan hebben warmbloedige hogedrukgebieden al in Canada (vroege hitte en bosbranden), Siberië, het zuiden van de VS, Zuid-Europa, Zuidoost-Azië, China en nu ook Zuid-Amerika voor extreme weersomstandigheden gezorgd. Met name de hitte van de laatste dagen in de noordelijke helft van Chili en in grote delen van Argentinië, waar het nota bene winter is, tart ieder voorstellingsvermogen. Ook daar is een hittekoepel, een hogedrukgebied gevuld met extreem warme lucht, de brenger van niet eerder vertoonde temperaturen. In de Andes werden in plaatsen, die op een hoogte van 1000 tot 1500 meter liggen, zelfs temperaturen tussen 35 en 40 graden gemeten. Het moet niet gekker worden. Het zou hetzelfde zijn als het middenin de Nederlandse winter 25 tot 30 graden werd.
Dalende luchtbewegingen
Dat het in hogedrukgebieden zo warm kan worden, heeft met de dalende luchtbewegingen in die systemen te maken. Dalende lucht warmt op en de warmste lucht in de hogedrukgebieden bevindt zich vlak boven het aardoppervlak. Als zo’n situatie zich heeft opgebouwd, heeft de zon maar weinig moeite om het laatste beetje lucht, dat zich onder die hittekoepel aan het aardoppervlak bevindt, op te warmen. En dan gaat het los.
Vooral in hogedrukgebieden, die zich dichtbij de straalstroom bevinden, kan de lucht extra hard dalen. Het bijzondere van de weerssituatie van dit moment is dat de straalstroom zowel op het noordelijk als op het zuidelijk halfrond opvallend sterk is. Eronder doen zich in de lagedrukgebieden, die door die straalstroom worden gevoed, sterke stijgbewegingen voor. De daalbewegingen in de hogedrukgebieden, die de straalstroom op beide halfronden flankeren, zijn daardoor extra sterk en genereren meer warmte dan anders. Hierin schuilt mogelijk ook een verklaring voor de vele hittekoepels op aarde van dit moment.